Om te beginnen, begin ik hier.

Liefste,
Wees welkom in mijn wereld! Welkom in mijn leven! Welkom in mijn zijn! Welkom in mijn bewust zijn! Bewustzijn.
Het is zoals ik op een dag tegen Adam zei; 'Eet, mijn liefste, eet!' 'Eet en wordt bewust'.
Wees welkom mijn liefste, welkom in je wereld, welkom in je leven, welkom in je zijn. Bewust zijn!
Uiteraard was ik niet echt de eerste mens. Althans, daar ga ik van uit.

Wanneer begin je bewust na te denken? Nadenken over het feit dat je bent?
7 jaar? 8 jaar? 9 jaar?
Ik lag in mijn bed.
Mijn moeder zat beneden op de bank. Voor de televisie.
Ik dacht aan haar. Aan mij moeder op de bank.
Aan dat ik steeds beter haar jukbeenderen voelde
wanneer ze me weltrusten kuste. Hoe dat me beangstigde.
Hoe ze rustig zat op de bank. Beneden. En dat ze
ooit net als ik in een bed had gelegen. Voor het eerst beseffend
dat ze steeds beter de jukbeenderen van mijn oma voelde.
Welkom in mijn bewustzijn.

Vroeger dacht ik (hoewel ik wist dat het onzin was)
dat mijn ouders en zus in monsters veranderden zodra ik in bed lag.
Daarna dacht ik (hoewel ik wist dat het waarschijnlijk onzin was)
dat ik misschien zwakzinnig was en dat ik overal voor spek en bonen mee mocht doen.
Toen dacht ik (hoewel ik wist dat het waarschijnlijk onzin was)
dat ik de grootste bofkont op aarde was. Mijn moeder is namelijk de liefste moeder, mijn vader de liefste vader, mijn zus de liefste zus.
Nu geloof ik (hoewel ik weet dat het onzin is)
in wat ik denk.
En ik heb jou, mijn liefste.

Ik zag een regenboog vandaag
Jij klaagde luid over het weer.

Ik zoek je mijn liefste. Je bent ongrijpbaar als licht.
Ik probeer jou te vatten. Te definieren. Net als het vaststellen van een enge ziekte.
Ik zal je proberen te vatten. Jouw zijn. Te vragen. Te onderzoeken. Te vertellen.

Ik mag hem bewonderen. Bekijken. Hij zegt niets maar draait voor me. Lokt me.
Hij is een nomade, gesluierd. Mijn liefde is gesluierd. Niet dat hij schuchter is,
of bang zijn gezicht te tonen. Hij is een vrouw, sexier met kleren dan zonder.
Hij kijkt. Hij is er. Hij is mij.

Ik zoek naar symptomen. Ik zoek naar hem. Soms verwacht ik hem te horen
schreeuwen om aandacht. Hij wil toch opgemerkt worden? Zie mij! Vind mij mooI!
Is dat niet wat hij denkt? Waarvan hij leeft? Eisend. Verlangend.
Hij schreeuwt niet omdat hij = mij. Opgemerkt te worden alleen en enkel door er
te zijn. Dat moet genoeg zjin. Van wie?
IK GIL!

Laat mijn liefde vallen. Op de koude tegels van de stoep, 5 etages naar beneden.

Hij breekt.
Hij lacht.
Hij is al weer boven.


Ik zal je vinden.

No comments: